Lelietje-van-dalen zijn erg robuust
Lelietje van dalen behoren tot de meest robuuste lentebloemen ooit. Er zijn maar weinig manieren om de lentebloem permanent te vernietigen, zodat sommige tuinders ze als een echte overlast beschouwen.
lees ook
- Lelietje-van-dalen planten - hier moet je op letten!
- Cipres verplanten - waar u rekening mee moet houden
- Trek het lelietje-van-dalen in de pot
Het is mogelijk om lelietje-van-dalen zonder problemen te transplanteren. De meeste wortelstokken zullen op de nieuwe standplaats weer krachtig uitlopen.
De beste tijd om te transplanteren
In principe kun je altijd een wortelstok uit je eigen tuin opgraven en op een nieuwe plek zetten. Je mag geen stukjes wortel uit het wild halen!
Het beste Tijd om te transplanteren het is echter herfst of lente. In de zomer bestaat het risico dat de aarde te veel uitdroogt.
Wil je Lelietje-van-dalen in de pot haal de wortelstok het liefst in november uit de grond.
Zo worden lelietje-van-dalen herplant
- Wortelstok opgraven
- een nieuw plantgat voorbereiden
- Plaats de wortelstok
- bedekken met aarde
- gieten op
Prik op Locatie van het lelietje-van-dalen een graafvork diep in de grond en til de aarde iets op. Je kunt de wortelstokken in de grond zien. Breek er kleine stukjes van af.
Als je op de vorige plek helemaal geen lelietje-van-dalen wilt laten groeien, moet je alle wortels volledig uit de grond halen, want zelfs de kleinste stukjes ontkiemen weer.
Bereid de nieuwe plantplaats voor door een gat van ongeveer tien centimeter diep te graven en compost aan de grond toe te voegen. Plaats nu het stuk wortelstok in het plantgat met je ogen omhoog en giet er aarde over.
Zorg voor de lelietje-van-dalen nadat ze zijn verplaatst
De eerste paar weken moet u het regelmatig doen water gevenzodat de wortelstokken groeien. Later is dit overbodig.
Als je de aarde hebt bemest met compost, hoef je pas na twee jaar nieuwe mest te geven.
Tips
Lelietje-van-dalen hebben de reputatie een gunstig effect te hebben op de groei van bessenstruiken. Zet een paar plantjes onder frambozen of krenten. Ze vormen dichte tapijten en voorkomen dat onkruid onder de struiken groeit.