inhoudsopgave
- Typen van A - E
- Soorten F - G
- Soorten H - R
- Soorten van S - Z
- Veel Gestelde Vragen
De dikke, knusse hommels zijn goed te zien. De grote insecten behoren tot de familie van de wilde bijen en vormen ook staten met enkele honderden dieren. We laten je kennismaken met de 17 meest voorkomende inheemse hommelsoorten.
In een notendop
- behoren tot de wilde bijen
- staten vormen met enkele honderden dieren
- nest meestal ondergronds, b.v. B. in verlaten muizennesten
- 36 inheemse hommelsoorten, waarvan vele met uitsterven worden bedreigd
- alleen jonge koninginnen overwinteren
Typen van A - E
Hommel (Bombus pascuorum)
- Lichaamslengte: 15-18 millimeter (koningin), 9-15 millimeter (werker), 12-14 millimeter (drone)
- Colongrootte: tot 150 exemplaren
- Kleur: grijs tot zwart, soms roodbruin achterdeel, geelachtig tot roodbruin stam
- Nest: onder moskussens en een laag kruiden, in boomholten, in gebouwen, in hommelkasten
- Frequentie: vaak
Tip: De hommel wordt beschouwd als een van de meest vreedzame hommels en is heel gemakkelijk te nestelen in hommelboxen.
Boomhommel (Bombus hypnorum)
- Lichaamslengte: 17-20 millimeter (koningin), 8-18 millimeter (werker), 14-16 millimeter (drones)
- Colongrootte: tot 400 exemplaren
- Kleur: bruine stam, zwarte buik, bruin-wit achterdeel
- Nest: in vogelnesten of nestgaten, in muur- en rotsspleten en in gebouwen (zolders, stallen, schuren)
- Frequentie: vaak
Opmerking: De boomhommel nestelt ook vaak in hangende hommelkasten. Deze soort verdedigt zijn territorium echter zorgvuldiger en mag daarom niet te dicht bij een nest komen.
Deichhummel (Bombus distinguendus)
- Lichaamslengte: 19-22 millimeter (koningin), 11-18 millimeter (werker), 14-16 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 120 dieren
- Kleur: goudgele tot bruingele haren, donker geringd, gelige band bij het hoofd
- Nest meestal ondergronds (vaak muizennesten etc.), soms ook bovengronds (bijv. B. in bosjes gras of vogelnesten)
- Frequentie: bedreigd in Duitsland
Distelhommel (Bombus soroeensis)
- Lichaamslengte: 15-17 millimeter (koningin), 10-14 millimeter (werker), 12-14 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 150 dieren
- Kleur: vergelijkbaar met de meer voorkomende steenhommel, maar ook volledig zwarte exemplaren
- Nest: vaak ondergronds in molgangen en koekoeksnesten
- Frequentie: matig vaak, maar de populatie neemt af
Opmerking: Deze inheemse hommelsoort staat ook wel bekend als de hyacinthommel.
Donkere hommel (Bombus terrestris)
- Lichaamslengte: 20-23 millimeter (koningin), 11-17 millimeter (werker), 14-16 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 600 dieren
- Kleur: twee donkergele, smalle dwarsbalken bij het hoofd
- Nest: meestal ondergronds, tot 150 centimeter diep in molgangen, muizennesten en holten, soms in gaten in muren of onder vloerplanken, in hommelkasten
- Overvloed: een van de grootste en meest voorkomende hommelsoorten
Soorten F - G
Europese hommel (Bombus ruderatus)
- Lichaamslengte: 21-24 millimeter (koningin), 11-18 millimeter (werker), 15-17 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 100 dieren
- Kleur: brede, bruingele dwarsband bij het hoofd, nog twee dwarsbanden in het achterste gedeelte, met witte vacht bedekte achterzijde
- Nest: meestal ondergronds, vaak in muizennesten
- Frequentie: zeldzaam
Tuinhommel (Bombus hortorum)
- Lichaamslengte: 17-22 millimeter (koningin), 11-16 millimeter (werker), 13-15 (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 120 dieren
- Kleur: bruin tot goudgele dwarsband bij het hoofd, smalle gele band aan het einde van de thorax, wit achterste deel
- Nest: ondergronds in muizennesten of bovengronds in vogelnesten en holtes, b.v. B. van gebouwen, hommelkasten
- Frequentie: relatief vaak
Opmerking: De tuinhommel wordt door leken gemakkelijk verward met de zeer vergelijkbare donkere hommel. Het heeft echter een langere kop en een gele dubbele band in het midden van het lichaam.
Grashommel (Bombus ruderarius)
- Lichaamslengte: 16-18 millimeter (koningin), 9-16 millimeter (werker), 12-14 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 100 dieren
- Kleur: overwegend zwart, roodgele achterkant
- Nest: nesten bouwen onder plukjes gras en mos, in kuilen in de grond
- Frequentie: bedreigd in Duitsland
Opmerking: Zoals zoveel inheemse hommelsoorten, is de grashommel zeldzaam geworden door intensieve landbouw en de vernietiging van hun leefgebieden.
Gebroken witte hommel (Bombus mucidus)
- Lichaamslengte: 18-20 millimeter (koningin), 12-16 millimeter (werker), 13-14 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 80 dieren
- Kleur: overwegend grijswit met zwarte dwarsbanden en een zwarte kop
- Habitat: alleen in de Alpen
- Nest: ondergronds, v. A. in muizennesten
- Frequentie: regionaal beperkt, vrij frequent
Grote hommel (Bombus magnus)
- Lichaamslengte: 19-22 millimeter (koningin), 11-17 millimeter (werker), 14 tot 16 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 300 dieren
- Kleur: zwarte basiskleur, twee brede, goudgele dwarsbalken, grijswitte buik
- Nest: ondergronds, meestal in muizennesten
- Frequentie: bedreigd
Opmerking: De grote aardhommel is gemakkelijk te verwarren met de lichte en donkere aardhommel. Op het thoraxverband kunt u onderscheid maken tussen de typen: In het geval van de Grote Hommel is dit ca. twee millimeter boven de basis van de vleugel.
Soorten H - R
Heldere aardhommel (Bombus lucorum)
- Lichaamslengte: 18-21 millimeter (koningin), 9-16 millimeter (werker), 14-16 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 400 dieren
- Kleur: twee ca. twee millimeter smalle, lichtgele thoraxdwarsbanden, grijs-wit achterste deel
- Nest: verwijst naar verlaten, ondergrondse muizennesten
- Frequentie: regionaal vrij frequent
Hommel (Bombus sichelii)
- Lichaamslengte: 17-20 millimeter (koningin), 13-16 millimeter (werker), 13-15 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 150 dieren
- Kleur: zwart met drie grijsgele dwarsbalken
- Habitat: in Duitsland alleen in de Beierse Alpen
- Nest: ondergronds in verlaten muizennesten
- Frequentie: bedreigd
Fruithommel (Bombus pomorum)
- Lichaamslengte: 18-20 millimeter (koningin), 12-14 millimeter (werker), 15-17 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 50 dieren
- Kleur: zwarte basiskleur met grijs-witte dwarsband bij de kop en roodgele buik
- Nest: bouwt nesten onder de grond
- Frequentie: bedreigd in Duitsland
Soorten van S - Z
Zandhommel (Bombus veterus)
- Lichaamslengte: 16-19 millimeter (koningin), 10-16 millimeter (werker), 12-15 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 130 dieren
- Kleur: witgrijze tot donkergrijze basiskleur met witte horizontale strepen op de buik
- Nest: bovengronds onder plukjes gras en moskussens, soms ook in muizennesten
- Frequentie: bedreigd
Opmerking: De zandhommel komt oorspronkelijk uit heel Duitsland, maar komt vooral voor aan de Noord-Duitse kust.
Stenen hommel (Bombus lapidarius)
- Lichaamslengte: 20-22 millimeter (koningin), 12-16 millimeter (werker), 14-16 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 300 dieren
- Kleur: zwart met rood buikeinde
- Nest: vaak bovengronds, b.v. B. in muren, steenhopen, rotsspleten, vogels en Hommel dozen, soms ondergronds in muizennesten
Opmerking: De steenhommel heeft een voorkeur voor verschillende soorten klaver, met name hoornklaver (Lotus corniculatus) en witte klaver (Trifolium repens).
Houthommel (Bombus sylvarum)
- Lichaamslengte: 16-18 millimeter (koningin), 10-15 millimeter (werker), 12-14 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 150 dieren
- Kleur: twee bruingele dwarsbalken, lichtgekleurde onderzijde van de thorax, achterlijf met oranje pels
- Nest: meestal bovengronds, b.v. B. in eekhoornkolf of onder plukjes gras, soms ondergronds
- Frequentie: regionaal vrij frequent, maar voorraden nemen af
Opmerking: De houthommel komt, in tegenstelling tot zijn naam, niet voor in bossen, maar verkiest, net als andere inheemse hommelsoorten, de bosranden, boomgaarden, parken en tuinen.
Weidehommel (Bombus pratorum)
- Lichaamslengte: 15-17 millimeter (koningin), 9-14 millimeter (werker), 11-13 millimeter (drones)
- Grootte van de dikke darm: tot 120 dieren
- Kleur: zwarte basiskleur, gele dwarsband op de thorax, roodoranje buik
- Nest: meestal bovengronds, b.v. B. in eekhoornkeien en vogelnesten, in nestkasten, onder heggen en struiken
- Frequentie: vrij algemeen
Opmerking: De kleine weidehommel is de eerste hommel die in het voorjaar uit zijn winterslaap ontwaakt en zijn hommelstaat terugvindt. Hiervoor gaan de jonge koninginnen al in augustus in winterslaap.
Veel Gestelde Vragen
Er zijn ongeveer 250 verschillende soorten hommels over de hele wereld, waarvan de meeste thuis zijn in de koele en gematigde klimaten van het noordelijk halfrond. In Duitsland zijn 36 inheemse hommelsoorten bekend, maar veel van hen worden met uitsterven bedreigd of zijn al uitgestorven.
Koekoekhommels, ook wel parasitaire hommels genoemd, vormen geen eigen staat, daarom zijn er bij deze soorten geen werksters. In plaats daarvan legt de koningin haar eieren in de nesten van andere hommelsoorten en eet ze ook hun eieren op. Er zijn zes soorten koekoekhommels in Duitsland.
In tegenstelling tot honingbijen, waar de hele staat overwintert, sterft de hommelstaat in de herfst, inclusief de oude koningin. Alleen de jonge koninginnen overwinteren die in de nazomer een winterverblijf zoeken. Vaak begraven ze zich in molshopen of composthopen.