Wanneer, hoe en hoeveel?

click fraud protection

Degene die wijdverbreid is in Europa Gewone wilg groeit in het wild aan de bosrand en op puinhopen, maar wordt ook vaak gebruikt voor het vergroenen van straten en parken. Op een zonnige of licht beschaduwde plek voelt ze zich prettig. De open wilg is wind- en vorstbestendig, onderhoudsvriendelijk en robuust. Salix Caprea heeft ook een enorme groeibereidheid: jaarlijks komt er tussen de 50 en 100 cm bij. Een snoeibeurt is daarom aan te raden.

lees ook

  • De vroege bloeiperiode van de wilg is goed voor de bijen
  • Bladeren van de wilg
  • Vaalwilg is zeer geschikt voor het planten van hagen

Jaarlijkse onderhoudskorting

Zodat de wilde wilg elk voorjaar veel heeft bloesems kunnen vormen, snoei je ze in april direct na de bloei drastisch terug. Dit houdt in dat je alle takken verwijdert behalve de wortels, zodat alleen de stam met een paar stronken overblijft. Degenen die een dergelijke snit terugschrikken, kunnen allereerst de overmaatse scheuten eenvoudig inkorten. Indien nodig kan er later in het jaar nog een keer gesnoeid worden. In ieder geval helpt de snede de struik aan nieuwe, dichte scheuten.

Meer snijmogelijkheden

Naast het jaarlijks snoeien spelen bij de wilg ook nog enkele andere snoeimaatregelen een rol:

  • Plant snoeien
  • Opvoeding
  • Topiary
  • Taps toelopende snede

Het snoeien van de plant direct na het planten zorgt voor een optimale vertakking. Om de doorgaans struikachtig groeiende wilde wilg als boom te laten groeien, kiest men een rechte scheut en snijdt men alle andere scheuten direct aan de basis af (trainingssnede). De vormsnoei houdt de wilgenhaag in de gewenste vorm en maat. De taps toelopende snit wordt gebruikt om kale plekken te vernieuwen.

Tips

Als u geen grote boom in uw tuin kunt gebruiken, kunt u profiteren van het enorme regeneratieve vermogen van de wilde wilg. door de boom in te korten tot de eerste vork of zelfs de stronk en zo een compacte knotwilg ontvangt.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Pellentesque dui, non felis. Maecenas man