Vissen zoals de goudvis, bitterling en de zowel dure als beroemde koi zijn typische vissen in de tuinvijver. Maar ze hebben andere ruimte-eisen en eisen aan het milieu. Het is belangrijk dat de vijver groot genoeg is. Hoe groter hoe beter, want alleen zo voelen de vissen zich echt goed.
Geschikte tuinvijvervissen
Verschillende vissen stellen ook andere eisen aan hun levensstijl. Deze (deels niet veeleisende) vissen kunnen goed overweg met de omstandigheden in de tuinvijver.
Goudvis (Carassius auratus)
De goudvis is waarschijnlijk de meest populaire vis van allemaal. Het is te vinden in bijna elke tuinvijver. Niet voor niets, want de goudvis is niet veeleisend en daarom makkelijk te houden. Hij leeft graag in een groep van ca. 4-7 vissen en is een alleseter. Overdag bevindt hij zich meestal in de diepere lagen van het water, maar 's avonds blijft hij graag op het wateroppervlak. Hij kan zichzelf voeden in een uitgebalanceerd ecosysteem, maar hij eet ook graag droogvoer. Bij het voeren komen de goudvissen, die vaak pas na een paar jaar hun kleurrijke pracht krijgen, graag naar de oppervlakte om het voer te pakken en dan weer te verdwijnen.
De goudvis is de ideale vis in de tuinvijver. voordat Het wordt met name aanbevolen voor volledig werkende mensen, terwijl sommige andere soorten behoorlijk veeleisend zijn.
Bitterling (Rhodeus amarus)
Ook de bittervoorn is een ideale vijverbewoner. Het is niet veeleisend en leeft als een witvis in kleine scholen. Hij eet zowel droogvoer als groente uit de tuinvijver. Hij groeit tot 10 cm en valt vooral door zijn bijzondere paaigedrag. Bitterlingen leggen hun kuit in mosselen. Als u een kweek plant, is het daarom aan te raden om wat mosselen op het substraat te gebruiken.
Witvis (Phoxinus phoxinus)
De witvis is ook een goede grove vis voor de tuinvijver. Hij geeft echter de voorkeur aan stromend water of voortdurend bewegend water. In groepen van ca. Hij voelt zich het beste bij 5-10 vissen en laat dit zien door het feit dat hij zich goed kan voortplanten in de tuinvijver. Het is ook niet veeleisend en voedt zich meestal met droogvoer of kleine insecten.
Deze drie soorten zijn het meest geschikt voor de tuinvijver, omdat ze geen hoge eisen stellen aan hun omgeving en niet te groot worden. Individueel advies van speciaalzaken of tuincentra is echter aan te bevelen, omdat elke vijver anders is aangelegd en dus andere vissoorten een geschikt leefgebied biedt.
Goudwinde (Leuciscus idus)
De goudwinde is een karpervis. Ze houdt van ondiep water en geeft de voorkeur aan zure meren en rivieren. Leuk is dat de goudwinde veel aan het wateroppervlak te zien is. Ze is een oppervlaktevis. Door zijn intense kleur valt hij daar erg op. Het is een vreedzame scholenvis. De goudwinde heeft last van een slechte waterkwaliteit. De ondergrond dient te bestaan uit fijn grind. De vis heeft gemiddelde waterwaarden nodig. Een regelmatige gedeeltelijke waterverversing wordt aanbevolen. De goudwinde is een alleseter. Van vlokkenvoer tot zachte plantendelen tot levend voer, alles wordt gegeten. Grotere wezen eten soms zelfs kleinere vissen.Koi (Cyprinus carpio)
De koi is ook een karpervis. Het is een speciaal karperras dat in Japan is gefokt. Koi's zijn erg liefhebbende dieren die ook erg vertrouwend kunnen worden. Ze eten letterlijk uit de hand van hun baasje. Het zijn groepsdieren, ze voelen zich alleen thuis in de gemeenschap.
De Koi graaft graag, daarom is een fijnzandige ondergrond ideaal. Koi houden ervan om planten te eten, daarom zijn er geen in veel koi-aquariums. Als er planten in de vijver gewenst zijn, moeten deze zeer resistent en taai zijn. Het is belangrijk om een goede waterkwaliteit te hebben en de daarbij behorende goede waterfiltratie. Ook het vijverwater moet regelmatig ververst worden. Voor de zeer grote dieren is het belangrijk dat ze voldoende ruimte hebben.
Tip: Koi zijn behoorlijk vatbaar voor ziektes en parasieten, zeker als hun leefomstandigheden niet ideaal zijn. Ze hebben speciaal voer nodig, levend voer, vlokkenvoer en eten ook sla.
Vissen niet goed geschikt voor vijvers
Er zijn vissen die veel meer ruimte en bewegingsvrijheid nodig hebben dan een tuinvijver hen kan bieden. Anderen geven de voorkeur aan meer vloeiende
Wateren en hebben geen plaats in een tuinvijver.Graskarper (Ctenopharyngodon idella)
Hoewel de graskarper de ultieme algenverslinder is, vergeten de verkopers van de dieren er altijd aan toe te voegen dat ze alleen algen eten als er niets meer over is. Eerst eten de graskarpers alle vijverplanten op. Wil je geen planten, dan is de graskarper ideaal. In de vijver kunnen graskarpers wel 1 meter groot worden. Ze zijn zelfs winterhard, alleen de reproductie ontbreekt. Daarvoor is het in Europa te koud voor hen.
Rivierbaars (Perca fluviatilis)
De baars is een roofvis. De dieren worden groot (tot 40 cm) en eten vissen, salamanders, kikkers en alles wat leeft. Hun voer is vaak half zo groot als de baars zelf. Het zijn agressieve en pure eetmachines. Ze plunderen elke vijver. De reproductie van de andere vijverbewoners heeft geen kans meer. Hoe meer roofdieren te eten krijgen, hoe sneller ze groeien en hoe groter ze worden.
Steur (Acipenseridae)
Er zijn talloze soorten steur, maar bijna allemaal worden ze te groot voor een tuinvijver. Ze kunnen tussen de 2 en 4 meter hoog worden. Slechts één soort, de sterlet is geschikt voor vijvers als ze groot genoeg zijn. De Sternhausen is ook geschikt voor zeer grote en vooral diepe vijvers. Ze zijn slechts 1,50 meter lang. Het is belangrijk om schoon, zuurstofrijk water te hebben.
Driepuntige stekelbaars
Stekelbaarzen zijn slechts in beperkte mate geschikt voor de tuinvijver omdat ze zich op grote schaal voortplanten. De mannetjes worden zeer agressief, zelfs tegen grotere vissen. Ze verdedigen meedogenloos nest en territorium. Stekelbaarzen zijn roofdieren. Ze eten kikkervisjes, insectenlarven, jongen, watervlooien en andere kleine dieren. In grote populaties eten ze alle kleine dieren. Stekelbaarzen worden als bitchy, agressief en extreem roofzuchtig beschouwd.