Eigenschappen van wilgenzaden
- de kleinste inheemse houtzaden
- 1-1,5 mm lang
- 0,2 mm breed
- harig
Oorsprong en ontwikkeling
De ontwikkeling van de zaden gebeurt relatief snel in de wei. Bij veel wilgensoorten bloeien de katjes in het vroege voorjaar. De resulterende vruchten zijn na vier tot zes weken rijp en laten de zaden vrij.
lees ook
- De groei van de wilg
- De juiste locatie voor de wei
- De wortels van de wilg
Vermenigvuldiging van weiland
Omdat wilgen overwegend eenslachtig zijn en zichzelf dus niet kunnen bevruchten, zijn ze afhankelijk van insecten. Velen gebruiken een intense geur die vooral bijen aantrekt. In gebieden met een zeer lage insectenpopulatie vanwege het ijzige klimaat, dient de wind als het belangrijkste bestuivingshulpmiddel.
Verspreid door de wind
Wilgenzaden leggen vaak lange afstanden af vanwege hun uiterlijk. Ze horen bij de paraplu- of haarflyers. Uitgebreide zaadproductie is echter noodzakelijk, omdat de kans dat het daadwerkelijk ontkiemt erg klein is. Dit komt enerzijds door het kleine formaat van het wilgenzaad. Het kleine volume heeft nauwelijks capaciteit om voorraden voor kieming te vervoeren. Daarnaast geven wilgen de voorkeur aan moerassige locaties met een vochtige ondergrond. In de buurt van water dreigen de zaden niet op vaste grond te landen.
Zaden zijn slechts in beperkte mate nodig voor de teelt
Voortplanting door zaden is de natuurlijke manier om een wilg te verspreiden. De teelt door stekken is echter veel sneller en succesvoller. Ook veel boomkwekerijen maken hier gebruik van. Zelfs de natuur lijkt dit te hebben ingezien. Keer op keer scheuren stormen takken af. Vallen deze op een gunstige plek op de grond, dan ontstaan er snel nieuwe scheuten.