inhoudsopgave
- Plaats
- Substraat
- planten
- water geven
- Bevruchten
- Snee
- Verpotten
- Ziekten en plagen
- Vermenigvuldiging
- Veel Gestelde Vragen
De kurkentrekkerwilg in de emmer ziet er erg mooi uit met zijn gedraaide takken. Als vrijstaande boom deze Wilgensoort het is alleen geschikt voor grote tuinen. Een potcultuur is een alternatief voor kleine tuinen.
In een notendop
- eigenlijk een grote struik of boom
- bladverliezend en winterhard
- In potten onderhoudsintensiever dan buiten
- heeft zeer grote kuipen nodig
- moet vaak worden gesneden
Plaats
De kurkentrekkerwilg staat het liefst op een zonnige plaats. Ook bescherming tegen harde wind is belangrijk, terwijl een luchtige ruimte ervoor zorgt dat de boom gezonder blijft.
Substraat
Wilgen stellen weinig eisen. Een leemachtige grond wordt net zo getolereerd als een zanderige. Het substraat moet doorlatend zijn zodat de boom niet in het water staat. Ook in de pot zijn voldoende voedingsstoffen nodig omdat de boom door de beperkte ruimte niet voor zichzelf kan zorgen.
planten
Zo plant je de kurkentrekkerwilg in de emmer:
- Kies vanaf het begin een grote emmer
- Inhoud vanaf 70 liter
- Zorg voor afwatering
- Bestaande gaten afdekken met los materiaal zodat grond er niet uit valt
- Vul voldoende substraat in zodat de boom op dezelfde diepte staat als toen je hem kocht
- Haal de boom uit zijn oude pot, controleer de kluit
- Verwijder gedroogde, dode of beschadigde wortels
- Plaats de boom in het midden van de emmer
- eventueel een steun bevestigen
- Grond vullen, vooral tussen de wortels, goed aandrukken
- krachtig gieten
water geven
Hoewel de boom in het veld zelfvoorzienend is, is hij absoluut afhankelijk van een goede watervoorziening in de emmer. Op warme dagen is dagelijks water geven noodzakelijk. Een mulchlaag verlaagt de verdamping en houdt de grond langer vochtig.
Opmerking: Verwijder tijdig het onkruid dat in de pot groeit, dit onttrekt niet alleen water aan de boom, maar ook voedingsstoffen.
Bevruchten
De kurkentrekkerwilg groeit zeer snel en heeft daarom een gelijkmatige toevoer van voedingsstoffen nodig. Bij het planten kan compost onder de grond worden gemengd, later mulchen of regelmatig bemesten met de juiste meststof over het gietwater.
Snee
Snoeimaatregelen zijn essentieel voor kurkentrekkerwilgen in de pot, anders worden ze snel te groot. Je hoeft hier niet bijzonder voorzichtig te zijn, wilgen drijven snel weer krachtig door.
- Wanneer: het beste in het koude seizoen, maar ook mogelijk op elk ander moment van het jaar
- verwijder vooral oude, zieke, beschadigde of dode takken
- dun vervolgens de boom uit zodat er een losse kroon ontstaat
- Takken inkorten zodat ze bij de maat van de emmer passen
Verpotten
Omdat de wilg zo snel groeit, is het noodzakelijk om hem regelmatig te verpotten. Meestal in het voorjaar. Het kan echter zinvol zijn om ze de eerste jaren vaker te verpotten. Tekenen van een te kleine pot:
- Bladeren hangen of worden geel (gebrek aan voedingsstoffen)
- Boom groeit niet verder
- Wortels zijn te zien op het aardoppervlak of groeien over de rand van de pot
Verpotten gebeurt net als planten. Er wordt alleen voor een grotere emmer gekozen.
Ziekten en plagen
Ziekten treden vaak op wanneer de boom niet goed wordt verzorgd. Een te dichte groei zorgt ervoor dat de bladeren niet goed uitdrogen na regen. Schimmelziekten kunnen ontstaan.
- Wilgenschurft (bruin, verdroogd blad)
- Marssonina-paddenstoelen (verdorde scheuten, gezwellen in het hout)
Sommige plagen vallen ook graag wilgen aan.
- Wilgenboorder (boort in het hout en legt er eitjes in, larven eten het hout op)
- Wilgenbladkever (eet op de bladeren)
Vermenigvuldiging
De eenvoudigste manier om kurkentrekkerwilgen te vermeerderen, is door stekken te gebruiken. Gebruik hiervoor gezonde scheuten uit de snoei. Snoei deze voor het planten opnieuw. Zet hem dan gewoon in de grond en druk hem stevig aan.
Opmerking: Als alternatief kunt u de stekken in een glas water wortelen en vervolgens planten.
Veel Gestelde Vragen
Het is eigenlijk moeilijk om een kurkentrekkerwilg lang succesvol in de emmer te kweken. Vooral regelmatig snoeien is belangrijk. Als er geen grotere potten meer staan, moeten ook de wortels gesnoeid worden.
Niet buiten en ook niet per se in potten. Maar het kan geen kwaad om de pot op een isolerend oppervlak te plaatsen en met vlies om te wikkelen.
Zolang de hele boom niet wordt aangetast, helpt het om hem helemaal terug te knippen. De stam is ongeveer een handbreedte boven de grond afgesneden. Als de boom nog vitaal genoeg is, zal hij weer uitlopen.