Onder de naam gaspeldoorn zijn talloze planten gegroepeerd, waardoor de vorst- en winterhardheid tussen de planten sterk kan verschillen. Het geslacht Cytisus bestaat uit planten die tot op zekere hoogte vorstbestendig zijn, maar meestal een passende bescherming nodig hebben. Anders kan er vorstschade ontstaan of kunnen de planten zelfs helemaal afsterven. Het werkt met onze tips.
Cytisus
Strikt genomen is Cytisus geen echte gaspeldoorn, maar het geslacht geitenklaver. Niettemin worden sommige vertegenwoordigers van dit geslacht gaspeldoornsoorten genoemd. Dit bevat:
- Bezem
- ivoren gaspeldoorn
- veelbloemige gaspeldoorn
Ze worden over het algemeen als winterhard beschouwd tot temperaturen van 12,2 ° C. In streken met milde winters kunnen ze dus buiten blijven. Als er echter onvoldoende bescherming is, is het nog steeds mogelijk dat er aanzienlijke vorstschade optreedt. De planten kunnen dan doodvriezen tot aan de stam of zelfs helemaal afsterven. Bij een onbekende variëteit en onbekende herkomst dient ofwel uitgebreide bescherming te worden aangebracht, ofwel dient binnen te overwinteren.
Buitenshuis
Als Cytisus buiten wordt geplant, moet deze op een goed beschermde plaats worden geplaatst. Een lichte plek, maar beschut tegen de koude wind, is ideaal. Dit kan een veilige overwintering bevorderen. In koude streken of winters is het echter niet voldoende om alleen een beschutte standplaats te kiezen. Verdere maatregelen zijn dan nodig om de plant te beschermen en veilig te overwinteren. Deze maatregelen omvatten:
- Stop met bemesten in september
- Vermijd wateroverlast
- Op vorstvrije dagen bij een te droge ondergrond kleine hoeveelheden water geven
- Bedek het substraat rond de struik goed met mulch, stro, kreupelhout of tuinvlies
Deze maatregelen kunnen mogelijke vorstschade verminderen en de struik behouden. Meestal is het echter beter om in de emmer te kweken, omdat dit het overwinteren gemakkelijker en veiliger maakt.
Overwinteren in emmercultuur
Het overwinteren van de gaspeldoorn in een emmercultuur is relatief eenvoudig als een paar punten in acht worden genomen. Vooral licht en temperatuur zijn doorslaggevende factoren. Onze stapsgewijze handleiding laat zien hoe u dit moet doen:
Vanaf september de plant niet meer bemesten
Want vanaf dat moment kan de plant de voedingsstoffen niet meer goed gebruiken, wat de wortels kan beschadigen.
Verminder de hoeveelheid water
Ook in de winter kan wateroverlast voor problemen zorgen. Daarom moet tijdens de voorbereiding vanaf september de watergift worden verminderd en moet het substraat droger worden gehouden - maar niet volledig uitdrogen.
Breng op tijd in huis door
De gaspeldoornplanten moeten naar binnen worden verplaatst voordat de eerste nachtvorst optreedt. Het is ideaal als de planten naar hun winterverblijf worden gebracht om te overwinteren wanneer de binnen- en buitentemperatuur ongeveer gelijk zijn. Op een binnenlocatie met 10°C dient de kuipplant dan verplaatst te worden naar de
Appartement als de buitentemperatuur tot dit niveau daalt. Dit betekent dat er geen sterke schommelingen zijn.Hoe warmer, hoe helderder
Een koele maar vorstvrije standplaats met temperaturen tussen de 5 en 10°C is ideaal voor het overwinteren van de gaspeldoornplanten. Het is echter niet alleen een kwestie van temperatuur, maar van de relatie tussen temperatuur en helderheid. Hoe warmer de plant, hoe meer licht hij nodig heeft. In zeer lichte winterverblijven, zoals een beglaasde wintertuin of bij een raam, kunnen de temperaturen daarom hoger zijn.
Passende zorg
Het verzorgen van de gaspeldoorn in de winter is heel eenvoudig. Het tolereert niet meer wateroverlast dan droogte. Daarom wordt er maar spaarzaam water gegeven zodat het substraat niet volledig uitdroogt, maar ook niet volledig bevochtigd of doorgedrenkt wordt. Bovendien moeten beschadigde delen van de plant onmiddellijk worden verwijderd. Anders zouden ze toegangspoorten kunnen zijn voor ziekten en parasieten, die in de winter zeer snel aanzienlijke schade kunnen aanrichten.
Tip: Ook in de winterkwartieren is goede ventilatie cruciaal, zodat ziektes en parasieten zich niet kunnen verspreiden. Enerzijds mogen de planten niet te dicht bij elkaar staan en anderzijds moet de ruimte voldoende geventileerd worden. Om ervoor te zorgen dat de temperaturen niet te veel schommelen, volstaat het om de ruimte kort te ventileren.
Buiten beschermd
In streken met milde winters of in winters zonder strenge min-temperaturen kunnen Cytisus-planten ook buiten in de containercultuur blijven staan, mits ze winterhard zijn. In dit geval hebben ze echter ook passende bescherming en passende zorg nodig. De volgende punten moeten in acht worden genomen:
Op een beschutte plaats zetten
Zo zijn windbeschutte locaties bij huismuren of hoeken op terras en balkon ideaal. Het is belangrijk dat de plant nog voldoende licht krijgt maar niet in de brandende winterzon staat.
Isolatie van onderaf
Om te voorkomen dat de kluit doorvriest, dient de emmer van onderaf geïsoleerd te worden. Het is bijvoorbeeld logisch om de planter op een dikke piepschuimplaat of een pallet te plaatsen om hem op afstand van de grond te houden
produceren. De materialen kunnen ook met elkaar worden gecombineerd om een passende bescherming in koudere winters te garanderen.Allround bescherming
Naast het isoleren van de vloer dient de emmer ook rondom te worden beschermd. Dit kan bijvoorbeeld door het te wikkelen met tuinvlies of ander isolatiemateriaal. Het is gunstig om meerdere lagen aan te brengen. Dit verhoogt het beschermende effect. De gebruikte materialen moeten ook het substraat bedekken en aan de stam worden vastgemaakt om de kluit volledig te beschermen.
Aangepaste watergift
Ook in de winter mag de ondergrond niet volledig uitdrogen. Daarom op vorstvrije dagen controleren en eventueel licht bevochtigen. Het is echter essentieel om ervoor te zorgen dat er geen wateroverlast optreedt. Anders kan het aanzienlijke schade aan de plant veroorzaken.
Na overwintering
Om schade door onder meer late vorst te voorkomen, dient u na de overwintering toch op een aantal factoren te letten. Dit omvat onder meer de volgende maatregelen:
Vermijd late vorst
Planten die binnen hebben overwinterd mogen weer naar buiten als de De nachttemperaturen liggen tussen de 5 en 10°C en niet meer met late vorst is om te tellen. Als de planten buiten staan, mag de bescherming pas na de laatste nachtvorst worden verwijderd.
Langzaam wennen
Als de planten in het appartement zijn overwinterd, mogen ze niet direct buiten worden geplaatst in mogelijk nog koude wind en brandende zon. Het is beter om eerst een beschutte standplaats te kiezen zodat de gaspeldoorn langzaam kan wennen aan de zon en andere weersomstandigheden.
Pas zorg aan
Als de temperaturen stijgen en de dagen weer langer worden, moet ook de hoeveelheid water worden verhoogd. Wel geldt nog steeds dat de bovenste laag grond moet drogen voordat de volgende watergift plaatsvindt. U kunt weer beginnen met bemesten wanneer de eerste nieuwe scheuten aan de plant verschijnen.
Tip: De tijd direct na de overwintering is ideaal voor het snoeien van Cytisus en andere gaspeldoorn. Grootte speelt vaak een rol, zeker bij planten die in potten worden gekweekt, en moet daarom worden gecontroleerd.