inhoudsopgave
- Plaats
- vloer
- planten
- zorg
- water geven
- Bevruchten
- Snee
- Oogst tijd
- Overwinteren
- Vermenigvuldigen
- Ziekten en plagen
Profiel en zorginformatie openen +concluderen -
- Bloemkleur
- geel rood
- Plaats
- Zonnig
- Heyday
- april mei
- groei gewoonte
- rechtop
- hoogte
- tot 35 meter hoog (in de tuin iets minder)
- Grondsoort
- zanderig, leemachtig
- Bodemvocht
- matig droog, matig vochtig, zeer vochtig
- PH waarde
- neutraal, licht zuur, zuur
- Kalktolerantie
- Calcium-intolerant
- humus
- rijk aan humus
- Giftig
- Nee
- Plantenfamilies
- Dennenfamilie, Pinaceae
- Plantensoorten
- Coniferen, sierbomen
- Tuinstijl
- Natuurlijke tuin, park
De traanpijnboom wordt beschouwd als een van de mooiste sierbomen. De conifeer dankt deze reputatie aan zijn lange naalden met een blauwgrijze kleur en zijn imposante kegels. Hoewel de traan den bij ons niet inheems is, gedijt hij in veel streken uitstekend. In openbaar groen vind je exemplaren van meer dan 20 meter hoog en tot 12 meter breed. Maar niet getreurd, er zijn ook kleinere soorten voor in de tuin en op het terras.
Plaats
De druppelvormige den staat het liefst op een zonnige, beschutte plek. Het is gevoelig voor koude winterwinden. De Wallich-den gedijt het beste als solitaire plant als hij veel ruimte heeft. Daarom wordt de conifeer vaak in parken aangetroffen.
Voor uw eigen tuin zijn kleinere soorten aan te raden, zoals de soort “Zebrina”, omdat deze maximaal 20 meter hoog en 12 meter breed is. Maar er zijn ook soorten die in een grote emmer op het terras of op de daktuin worden bewaard. De variëteit "Densa Hill" is bijvoorbeeld slechts zeven meter hoog en twee meter breed.
vloer
De traanpijnboom groeit op bijna alle gronden. Idealiter vindt de traanpijnboom een grond met de volgende eigenschappen:
- zand-leemachtig
- pH-waarde: 5,0 tot 6,5
- enigszins droog tot vochtig
- oppervlakkig tot zeer diepgaand
- niet te kalkhoudend
- doorlatend (gevoelig voor wateroverlast)
Tip: In verdichte, zware gronden gemaakt van klei of leem, moet u in veel zand werken als drainage, zodat de wortels niet gaan rotten.
planten
De optimale tijd voor het planten van Wallich-den is tussen maart en oktober. In de zomer moet je er echter voor zorgen dat de temperatuur niet boven de 30 graden Celsius komt. Want in deze warme periodes krijgt de pas aangeplante traan den te weinig water. Volg de onderstaande instructies om in de tuin te planten:
- Verwijder stenen en onkruid uit de grond
- Maak de aarde los
- Graaf het plantgat
- Breedte en diepte: tweemaal de diameter van de kluit
- Zet de Himalaya den in het plantgat
- vullen met aarde
- neerschieten
- waterput
Plantinstructies voor de containercultuur
- Kies een diepe plantenbak met afwateringsgat
- Afstand tussen de kluit en de rand van het vat: 2 tot 3 centimeter
- Leg een drainagelaag van grind en/of potscherven op de bodem van de plantenbak
- Bedek de drainagelaag met aarde
- Steek de kaak in
- vullen met aarde
- druk stevig
- waterput
- Buren planten
Tip: De Himalaya-den komt goed tot zijn recht als solitair.
zorg
Qua verzorging kunt u Wallich-dennen op dezelfde manier behandelen als andere dennen. Over het algemeen is de Himalaya-den echter gemakkelijk te hanteren. Omdat het nauwelijks belastend is voor de bodem, is de belangrijkste maatregel bij onderhoud het zorgen voor voldoende watervoorziening.
water geven
Hoewel de traankaak gevoelig is voor te veel vocht, mag deze niet volledig uitdrogen. Geef Pinus wallichiana daarom in het voorjaar en de zomer tijdens langere droge perioden voldoende water als onderdeel van onderhoud.
Bevruchten
Voor de bemesting wordt een speciale naaldmest aanbevolen. Aan het begin van de groeifase dient u de Himalaya den te bemesten met een slow release meststof. Het einde van het bemestingsseizoen is begin augustus. Voor september is een kalibemesting aan te raden omdat deze verzorging de conifeer beter bestand maakt tegen vorst en kou.
Snee
Aangezien Pinus wallichiana snoei niet goed verdraagt, mag u de boom niet onnodig snoeien. Als de punt bijvoorbeeld wordt afgesneden, groeien er meestal twee punten terug. Ook bij het snoeien van takken moet je voorzichtig zijn, zodat de boom zijn vorm niet verliest. Snijd in geen geval in het oude hout, want de Himalaya-den komt hier niet of nauwelijks voor. Gebruik daarom alleen dood, kapot en eventueel. verwijder zieke takken.
Oogst tijd
De kegels worden gebruikt in de bloemisterij en als decoratief element. Ze zijn echter zwaar bedekt met een witte hars, waardoor ze extreem plakkerig zijn wanneer ze worden geoogst. De kegels, die de conifeer de naam "traanpijnboom" gaven, groeien in groepen van maximaal zes.
Overwinteren
De traanpijnboom wordt beschouwd als matig winterhard, d.w.z. hij is bestand tegen temperaturen tussen min 12,3 tot maximaal min 17,8 graden Celsius. Dit komt overeen met winterhardheidszone 7. Tijdens de winterverzorging moet u ervoor zorgen dat de traankaak ook in het koude seizoen van voldoende water wordt voorzien. Daarom moet u de conifeer in droge winters water geven. Water geven wordt echter alleen gedaan op vorstvrije dagen. Omdat het erg gevoelig is voor gebroken sneeuw, moet u natte sneeuw regelmatig afschudden. Bij jonge traandennen is het raadzaam om de takken aan elkaar te binden.
Tip: Houd er bij het kiezen van een buitenlocatie rekening mee dat Pinus wallichiana, zeker op jonge leeftijd, geen winterzon verdraagt.
Winter in de emmer
Planten die in de kuip worden gehouden zijn minder goed bestand tegen vorst en kou, omdat deze door de wanden van de kuip kunnen dringen. Daarom hebben de traankaken ook winterbescherming nodig als ze in emmers worden gekweekt. Idealiter is de conifeer van alle kanten goed ingepakt:
Bedek de emmer met een koud beschermingsvlies
- Tegen de kou van onderaf: plaats de emmer op een dikke houten plank of een piepschuimplaat
- Tegen de kou van bovenaf: Bedek de grond met een vlies of jute
Tip: Bij bescherming tegen de kou van bovenaf moet u er rekening mee houden dat de traan den ook in de winter water moet krijgen.
Verder moet je de traankaken dichtbij een huismuur plaatsen die van binnenuit verwarmd wordt, omdat deze extra warmte uitstraalt. Omdat de planten geen wateroverlast kunnen verdragen, moet je ze ook beschermen tegen regen en sneeuw.
Vermenigvuldigen
Je kunt Pinus wallichiana vermeerderen met zaden. Om de zaden van de traanpijnboom te stimuleren om te ontkiemen, wordt een koud-natte gelaagdheid aanbevolen. Ga te werk volgens de volgende instructies:
- Wikkel de zaden in een licht vochtige doek
- Doe de doek en zaden in een plastic zak
- Doe een rietje in de plastic zak (zuurstofvoorraad)
- Plaats plastic zakken drie maanden in de koelkast (4 tot 6 graden Celsius)
Om te zien of de ontkieming is gelukt, moet je de zaden regelmatig controleren. Als de zaden opengescheurd zijn en er wortels te zien zijn, dan kun je de zaden in de grond doen.
Een alternatieve stratificatie wordt als volgt beschreven:
- Bewaar zaden drie maanden bij vier tot zes graden Celsius
- Voor het planten 24 uur in water weken
Zodat de ontkiemende zaden zich goed ontwikkelen, komen ze in een goed doorlatende ondergrond. Als de jonge traandennen in de pot worden gekweekt, dan moet deze voldoende diepte hebben zodat de hoofdwortel, die dieper groeit, niet verwelkt. De plantdiepte is ongeveer een halve centimeter. Zorg er de komende weken voor dat de grond niet volledig uitdroogt. Als de omstandigheden goed zijn, zou u op zijn vroegst na twee tot drie weken de eerste green moeten zien.
Tip: Traanpijnboompitten zijn tot een jaar houdbaar als ze op een koele (15 tot 18 graden Celsius), droge en donkere plaats worden bewaard.
Ziekten en plagen
Droge schadeAls het te droog is, worden de naalden geel en vallen ze af. Bij voorjaarsdroogte treedt de schade in hetzelfde jaar op. Bij zomerse droogte is de schade vaak pas in de volgende jaren zichtbaar.
Blister roest
De traanpijnboom is gevoelig voor blaasroest (Cronartium ribicola). Omdat de schimmel "pendelt" tussen aalbessen en dennen, moet je de twee planten niet samen kweken. Dit neemt het gevaar echter niet weg, omdat de sporen de kaak kunnen infecteren tot op een afstand van twee kilometer.
Dennenkoker
Vaak zit er ook een dennenkoker in de traankaak. De oorzaak van het plotseling vallen van de naalden kan schimmel of fysiologisch zijn.
Bladwantsen en spintmijten
Deze plagen, hoewel vervelend, veroorzaken geen grote schade.