De meeste liefhebbers van bonsai kopen de voorwerpen van hun verlangen als kant-en-klare bomen. U kunt ook jonge planten krijgen om het groeiproces te kunnen observeren. Maar zeer weinigen kweken de planten uit zaden. Het is volkomen logisch om de boom te begeleiden van ontkieming en planten tot volledige ontwikkeling. Het kweken zelf is eenvoudig, maar vereist veel geduld.
achtergrond
Bonsaibomen zijn kleine kunstwerken die in het wild niet voorkomen. Ze zijn eerder gemaakt of gedroeg zich. In de meeste gevallen gebeurt dit onder invloed van geweld. Takken zijn bedraad, vastgebonden of soms afgesneden. Aan de andere kant is het veel gemakkelijker en zachter om de bomen zelf te kweken. Dit betekent de teelt uit zaden. Op deze manier is het mogelijk om de latere vorm in een zeer vroeg stadium te beïnvloeden. Het probleem hiermee is dat het lang duurt om bij een boom te komen. Het duurt gemiddeld ongeveer drie jaar voordat de boomplant een aanzienlijke omvang heeft bereikt. Geduld is dus essentieel bij het kweken uit zaden.
zaden
Bonsaibomen zijn op zichzelf geen geslacht of soort. Zoals eerder vermeld, kent de natuur de karakteristieke, kleine gestalte niet. Als gevolg hiervan is er geen expliciet bonsaizaad dat in speciaalzaken kan worden gekocht. In plaats daarvan moet je boomzaden kopen die je het beste kunt gebruiken
verzamelt direct buiten in de natuur. Hiervoor zijn kastanjes, eikels of dennenappels geschikt. In principe kun je terugvallen op bijna elke boomsoort. Kastanjes, eikels of dennenappels zijn echter veel gemakkelijker te herkennen en dus te vinden in tegenstelling tot veel andere boomsoorten. Overigens bieden gespecialiseerde winkels nu verschillende zaadzakjes te koop aan, waarvan de respectieve boomsoorten vervolgens kunnen worden gebruikt. Afhankelijk van de soort moet het zaadmateriaal speciaal worden voorbereid om te kunnen ontkiemen.apparatuur
Het kweken van bonsai vereist natuurlijk niet alleen zaden, maar ook verschillende accessoires, zonder welke het proces niet eens mogelijk zou zijn. Dit omvat noodzakelijkerwijs:
- Zaadbak
- Potgrond of Standaard bonsaigrond
- Afvoermateriaal
- transparante plastic film
- alternatief: kleine binnenkas
Het gebruik van een plantenlamp kan ook nuttig zijn. In de regel is dit echter niet nodig als er een continu lichte standplaats beschikbaar is voor de planter.
Tips voor de teelt
Het is echt een heel lange weg naar de voltooide bonsaiboom. En natuurlijk is het geen pretje als het je niet lukt om de planten aan te trekken. Maar dat is het ook niet
Raketwetenschap van het ontkiemen van boomzaden. Hier zijn een paar belangrijke tips om dit te doen:Tip 1: het juiste moment
Boomzaden moeten over het algemeen in de herfst worden gezaaid. Zo volgt men de natuurlijke loop van de natuur. Meestal begint het zaadmateriaal in het vroege voorjaar te ontkiemen. De resulterende zaailing heeft dan een hele zomer om te groeien en sterker te worden. Dit schept de beste voorwaarden voor een gezonde boom.
Tip 2: bouw een drainagelaag in
De boomzaden worden gezaaid in een plantkom. Bonsaigrond van speciaalzaken is perfect als plantensubstraat. Onder het substraat moet echter zeker een drainagelaag worden aangebracht, zodat het gietwater gemakkelijk kan weglopen. Vocht is van groot belang voor het succes van ziektekiemen, maar vocht heeft een averechts effect. Geschikte drainagematerialen zijn:
- alle grofkorrelige ondergronden
- lavasteen
- Aardewerk scherven
- grind
- Stenen van verschillende groottes
De drainagelaag moet een uniforme dikte hebben van minimaal twee centimeter en de gehele kweekbak in het gebied bedekken. Hierbij is het natuurlijk ook van belang dat de bak in de bodem drainageopeningen heeft.
Tip 3: verdeel het zaadmateriaal en laat gaten
Het zaadmateriaal wordt losjes over het gehele plantensubstraat verdeeld. Het is niet nodig om de afzonderlijke korrels in de grond te drukken. Je moet er echter voor zorgen dat er een bepaalde afstand tussen de afzonderlijke korrels is, zodat de zaailingen elkaar later niet in de weg zitten. Een tot twee centimeter is voldoende. De zaden worden vervolgens bedekt met een één centimeter dikke laag standaard bonsaigrond.
Tip 4: Druk voorzichtig op de dekgrond
De bovenste laag over de zaden moet zo gelijkmatig mogelijk worden verdeeld. Het is belangrijk dat ze zorgvuldig worden in- en uitgeschakeld. wordt ingedrukt. Maar je moet zachtaardig zijn
doorgaan. De grond moet stevig zijn, maar niet hardTip 5: Houd het plantensubstraat altijd licht vochtig
Als de dikke laag erop wordt geperst, wordt deze er direct op gegoten. Voor het verdere verloop van de teeltfase geldt: Houd het substraat altijd licht vochtig.
Tip 6: kies een lichte, warme locatie
Warmte en licht zijn de belangrijkste factoren om een zaadje te laten ontkiemen. Als gevolg hiervan is een zo helder mogelijke locatie voor de planter een must. Daarnaast dient er een constante temperatuur op de locatie te zijn. Meestal is een temperatuur van rond de 20 graden Celsius voldoende. Als je aan de veilige kant wilt blijven, bedek je de hele schaal met een transparante plastic folie, waardoor er een broeikas-atmosfeer ontstaat. Wel moet de folie een paar gaatjes bevatten. Als alternatief kunt u ook een kamerkas gebruiken.
planten
Wanneer de zaailingen of Jonge planten zijn enkele centimeters hoog, je kunt ze in een grotere bak gaan verplanten. Je moet heel voorzichtig zijn wanneer je dit doet.
In principe: Verplant bonsai zo min mogelijk.
Zelfs bij het opgraven van de zaailing moet erop worden gelet dat noch de wortels noch de rest van de plant worden beschadigd. Het beste is om eerst de grond in het wortelgebied voorzichtig en heel voorzichtig te verwijderen met een kleine lepel of een houten spatel. In de nieuwe container wordt eerst een kleine verdieping in het substraat gemaakt, waarin de wortels vervolgens worden ingebed. Het gebied rond de stam wordt dan voorzichtig op zijn plaats gedrukt en meteen goed uitgegoten.
Wortelkanaalbehandeling
Zelfs in dit zeer vroege stadium kunt u de latere groei van de boom beïnvloeden. Om dit te doen, moeten de wortels worden gesnoeid. Na verwijdering uit de zaaibak worden de fijne wortels voorzichtig uit de grond gehaald. Reeds uitgedroogde of zeer natte delen van de wortel worden dan eenvoudig met een gedesinfecteerde schaar afgeknipt.